Waar ben je naar op zoek?

Reportage: Ruwvoerproductie voor gezonde duurmelkers

Familiebedrijf De Muizelhoeve is gelegen in het Belgische Hulste en wordt gerund door Wauter, Kathy, Adriaan en Willem Bohez. De ondernemers bewerken 50 hectare zandleemgrond en verbouwen verschillende gewassen, waaronder: gras, grasklaver, voederbieten, gerst, mengteelt erwten-gerst, mais, zonnebloemen, aardappelen en grove groenten. Adriaan: “We kiezen bewust voor grasklaver, om een grotere ruwvoeropbrengst en meer eiwit te behalen en minder te hoeven bemesten. Ook willen we het liefst zo weinig mogelijk krachtvoer per liter melk voeren, daarom kiezen we ervoor om veel verschillende producten in een gemengd rantsoen aan te bieden.” De ondernemers voeren momenteel naast het basisrantsoen nog 1,3 kg krachtvoer per geit per dag en de geiten produceren momenteel gemiddeld 3,5 liter melk per geit per dag.  

Ruwvoerproductie

De ondernemers besteden veel aandacht aan het ruwvoer en aan kwaliteitsverbetering hiervan. In de rijkuilen gaat standaard het inkuilmiddel SiloSolve, in de balen niet. De graskuil is een lasagnekuil van meerdere sneden over elkaar. Dit is ieder jaar weer anders, en afhankelijk van de hoeveelheid gras die er per snede van het land komt. “We proberen op deze manier zo lang mogelijk een constant rantsoen te voeren. Afgelopen seizoen zijn de eerste en tweede snede in de sleufsilo gekomen, de derde in balen, de vierde snede is over de graskuil van 2021 gegaan en de vijfde snede zit in balen. 

De huidige graskuil is een kuil met 960 VEM en 133 ruw eiwit, de grasklaver die momenteel gebruikt wordt bevat 838 VEM en 154 ruw eiwit. Geitenspecialist Hanke Karreman berekent aan de hand van de kuilanalyses het rantsoen. Hanke: “Bij de rantsoenberekening wordt bij de duurmelkers steeds bijgestuurd op melkgift en conditie van de dieren. Als de duurmelkers in de winter minder melk geven (seizoensinvloed), kan het aandeel energie in het rantsoen nog wat naar beneden. Met een dagelijkse 1,3 kg drogestof uit ruwvoer, de bijproducten en de brok, vreten de dieren ongeveer 3 kg drogestof per dag.”
 

Afbeelding: Melkgeiten aan voerhek Bohez_in line

Rantsoen bijsturen

Het rantsoen is gericht op voldoende energie, met daarbij een veilige vertering. Bij de duurmelkers wordt o.a. scherp gelet op het (werkelijk darm-)zetmeel in het rantsoen, om vervetting te voorkomen. Met diverse soorten losse balen (grasklaver) stuurt de geitenhouder het rantsoen bij. Verder voert de ondernemer eigen granen bij, evenals bierbostel en bietenperspulp. Geitenspecialist Hanke Karreman rekent dit allemaal door in het rantsoen. In de winterperiode gaan er voederbieten in het rantsoen, die op het bedrijf zelf gewassen worden. De zonnebloemen worden binnenkort als proef ingezet. Aan het rantsoen worden altijd wat buffermineralen toegevoegd. 

Adriaan Bohez_staande foto quote
Geitenhouder Adriaan Bohez: "Gezonde geiten geeft ons rust in de stal en duurzamere dieren."

Keuze voor duurmelken

Het bedrijf is direct na opstarten begonnen met duurmelken. Een stabiele grote groep duurmelkers (zo’n 450 – 500 dieren) geeft de familie Bohez in de lammertijd de mogelijkheid om zich te kunnen focussen op de aflammerende dieren (als eerste de KI-groep) en op de pasgeboren lammeren. Adriaan: “Duurmelken is beter voor de geiten én beter voor het hele bedrijfssysteem, want de geiten die niet aflammeren hebben qua gezondheid minder te lijden, vragen minder arbeid en een minder kwalitatief hoogwaardig (dus duur) rantsoen.”

Er wordt enkel aangedekt voor eigen vervanging en soms voor de verkoop van lammeren aan startende bedrijven. Adriaan: “We zijn al vroeg begonnen met KI. Hiermee zetten we in op een langere levensduur, wat ook betekent dat er langer kan worden duurgemolken. Dit betekent dat er minder dieren aangedekt hoeven te worden en er minder uitval is. We letten bij KI op melkproductie en gehaltes (MPR), maar ook op exterieur. De stand van de poten is een zwaarwegend criterium, een geit die goed op de poten staat, gaat langer mee. Gezonde geiten geeft ons rust in de stal en duurzamere dieren. Minder vervanging scheelt opfokkosten. Dat is onze bedrijfsfilosofie.”