Waar ben je naar op zoek?

Ruwvoermanagement ten tijden van extreme droogte

Seizoensnieuws Seizoensnieuws20-7-2018

Op veel plaatsen in Nederland, met name het oosten en zuidoosten, worden de gevolgen van een lange periode van droogte steeds duidelijker zichtbaar aan de gewassen. De regionale verschillen zijn zeer groot, op enkele plekken is het extreem gesteld: dor grasland en compleet verdroogde mais. Op andere plekken staat het gewas er nog redelijk groen bij..

Graspercelen met een maaisnede

ForFarmers adviseert om percelen waar nu nog een maaisnede (3de snede) op staat niet te maaien.  Alleen het berijden van het perceel al brengt forse schade toe aan het gewas. Daarnaast wordt na het maaien de gehele oppervlakte blootgesteld aan fel zonlicht, dit komt de zode niet ten goede. Een andere reden om het gras te laten staan is het risico dat de eventuele hergroei ook weer direct in de aar schiet waardoor de kwaliteit van de volgende snede ook nadelig wordt beïnvloed. Wacht daarom met maaien kort voordat er regen gaat vallen, al is het moment waarop het gaat regenen uiteraard niet makkelijk in te voorspellen.

Graslandvernieuwing

Bij extreme droogteschade kunt u overwegen graslandvernieuwing toe te passen. Vaak worden weilanden na regenval wel weer groen, maar zijn het voornamelijk ongewenste rassen als kweek die de overhand krijgen. Voornamelijk op oudere percelen en percelen waar voor de droogte al weinig goede grassen op groeiden komen in aanmerking voor vervanging.

Mais

Ook de ontwikkeling van mais heeft op veel plaatsen te lijden onder droogte. De eerste percelen staan inmiddels in de bloei. Forfarmers adviseert nu nog niet te hakselen omdat dit niet veel meer dan ruwe celstof oplevert.  Bovendien komt er van volgteelt, zolang er geen neerslag wordt verwacht, ook niet veel terecht. Laat het gewas dus nog een paar weken staan en beoordeel begin augustus of er nog sprake is van enige kolfvorming. Is dit laatste het geval, kan de korrelrijpheid afgewacht worden, zolang tenminste de bladetages boven de kolf voldoende bladgroen en daarmee fotosynthese capaciteit hebben om suikers in zetmeel om te zetten. 

Is dit niet het geval en dreigt het gewas noodrijp te worden of niet of nauwelijks een kolf te bevatten, wordt oogsten geadviseerd. Wacht hiermee tot het gewas een drogestofpercentage heeft bereikt van 28%, dit om perssap (en daardoor voederwaarde-) verlies te voorkomen.

Voor een goed gevulde kolf is water de komende weken essentieel. Mocht dit uitblijven, dan zult u rekening moeten houden met een serieuze opbrengstderving en lagere voederwaarde van het te oogsten gewas. Daarom is het goed nu alvast na te denken over de eventuele aankoop van extra bijproducten ter vervanging van een deel snijmais in het rantsoen.