Extra eisen aan MDV-stal

Om in aanmerking te komen voor fiscaal voordeel via de MIA- en Vamil-regeling bij nieuw- of verbouw moet uw stal aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) voldoen. In de Milieulijst 2023 zijn bij enkele MIA/Vamil-codes verstrekkende aanvullingen gekomen om aan de voorwaarden te voldoen. Welke aanvullingen dit zijn leest u hier.

Kennis
Bedrijfsadvies
Legesanctie 1

Hogere MIA-subsidie

Het goede nieuws is dat de subsidiebedragen per plaats verhoogd zijn en het MIA-percentage van 27% naar 36% gestegen is (voor melkvee met weidegang van 36% naar 45%). Zo is bijvoorbeeld het subsidiebedrag voor melkkoeien van € 6.250 naar € 7.810 per plaats gestegen en voor vleesvarkens van € 540 naar € 675 per plaats.

Strengere eisen aan duurzame stal

Voor alle diercategorieën geldt als aanvulling op de MIA/Vamil-criteria, dat er een omgevingsvergunning én Wet natuurbeschermingsvergunning afgegeven moet zijn – volgens de omschrijving van de Maatlat – als er een vergunningsplicht geldt. Per diercategorie komen hier de volgende toevoegingen nog bij:

  • Melkkoeien: de subsidie is bestemd voor een stal met ten hoogste 250 dierplaatsen (excl. jongvee) en het melkveebedrijf is grondgebonden*.
  • Vleesvee / vleeskalveren: subsidie voor een stal met ten hoogste 1.250 dierplaatsen.
  • Varkens: subsidie voor een stal met maximaal 7.500 vleesvarkensplaatsen of 1.200 plaatsen voor fokvarkens. Het aantal dierplaatsen of grootte eenheden (zoals in MDV) neemt bovendien in de nieuwe situatie niet toe ten opzichte van de oude situatie.
  • Kippen: de subsidie is bestemd voor een stal met ten hoogste 120.000 dierplaatsen voor leghennen of 220.000 dierplaatsen voor vleeskuikens. Ook hier mag het aantal dierplaatsen of grootte eenheden in de nieuwe situatie niet toenemen ten opzichte van de oude situatie.

Conclusie: intensieve veehouderijbedrijven die willen uitbreiden komen niet of nauwelijks meer in aanmerking voor de MIA/Vamil-regeling en melkveebedrijven dienen grondgebonden te zijn.

*Grondgebonden houdt in: alle op het eigen bedrijf geproduceerde dierlijke mest kan binnen de geldende gebruiksnorm op eigen of gepachte/gehuurde gronden (met gras of voedergewassen) worden aangewend. Voor gemengde bedrijven geldt deze eis alleen voor de mest van de melkveetak. Het ministerie is bezig om een norm vast te stellen m.b.t. grondgebondenheid. Zodra deze is vastgesteld, is deze leidend. De ondernemer dient zelf aan te tonen dat het bedrijf grondgebonden is.

Advies bij subsidieaanvragen

De subsidiespecialisten van FarmConsult weten aan welke MDV-eisen uw stal aan moet voldoen om voor de MIA/Vamil-regeling in aanmerking te komen. Zij kunnen u adviseren over uw verbouwingsplannen en de volledige subsidieaanvraag voor u verzorgen. Heeft u vragen over de mogelijkheden omtrent subsidie? Neem dan contact op met Arjan Laarhuis of Johan Hilhorst via 0573 – 28 89 89 of mail naar farmconsult@forfarmers.eu.

Op deze site van RVO vindt u bovendien de antwoorden op veelgestelde vragen over duurzame stallen.