Goede legprestaties met een maximaal rendement vragen om topmanagement. De overstap van kooihuisvesting naar scharrel en de switch van behandelde naar onbehandelde snavels leidde tot uiteenlopende gedragsproblemen, zoals drummen, buitennest-eieren en (tenen-)pikkerij. Focus daarom niet alleen op de legprestaties, maar investeer ook in het gewenste gedrag in de stal. Alleen dan behaal je maximaal rendement.
Vanuit de genetica is de leghen gefokt om zoveel mogelijk eimassa te maken; ofwel in aantal eieren ofwel in kilo’s eieren. De legprestatie van de verschillende merken leghennen is de laatste jaren enorm gegroeid. Hierbij is het risico op ongewenst gedrag in de stal ook toegenomen. Het stalmanagement is hierdoor steeds belangrijker geworden. Dit geldt tijdens de ontwikkeling in de opfok, maar ook zeker tijdens de aanloop naar de productiepiek in de legperiode. Om te kunnen begrijpen waarom kippen ongewenst gedrag vertonen, is het belangrijk te weten wat er in de kip gebeurt tijdens de transformatie van opfokhen tot leghen.
Leghennen hebben een enorme legpotentie, daar zijn ze immers op gefokt. Ze bereiken de legpiek snel en produceren in een rap tempo hoge eimassa’s. Het is dan belangrijk dat de input in overeenstemming is met de hoge output. Soms ontstaat echter een disbalans waarbij het nutriëntenaanbod niet aansluit op de nutriëntenbehoefte. Dit proces kan versterkt worden door darmproblemen, waarbij de nutriënten simpelweg niet opgenomen kunnen worden via de darm. Toch blijven de leghennen dan op hoog niveau eieren produceren. Het gevolg is een negatieve nutriëntenbalans. De hennen lopen op hun tenen, raken gestrest, gaan selectief vreten en uiten dit onbehagen in de vorm van ongewenst gedrag in de stal.
Om ervoor te zorgen dat een hen de stressvolle aanloop naar de legpiek goed doorstaat, is het opfokken van een robuuste hen cruciaal. Deze hen beschikt over een stevig karkas, een gezond gewicht, een aaneengesloten verenkleed en voldoende vreetcapaciteit. Dit kan gestimuleerd worden door voldoende lichturen en lichtintensiteit aan te bieden in de opfokstal. Daarnaast kan blokvoedering een goede stimulans zijn. Het opfokken van een robuuste hen tijdens warme zomerdagen is hierin een uitdaging voor de opfokker, omdat de hennen dan minder goed vreten en daardoor langzamer doorruien.
Het opfokken van een uniforme leghen met voldoende gewicht is dus niet altijd even gemakkelijk. Zeker door de komst van overvolle entschema’s en watertraining. Watertraining stimuleert de beweeglijkheid van het koppel, waardoor het aantal buitennest eieren afneemt. Tegelijk kan watertraining een negatief effect hebben op de uniformiteit van het koppel. Ook de entingen spelen een grote rol in de opfokperiode. Het is van belang kritisch te kijken naar de noodzaak van extra entingen bovenop het standaard entschema van de opfokorganisatie. Opfokhennen bewegen en vreten namelijk minder door de pijnlijke injectie-entingen. Zeker als deze elkaar te snel opvolgen of vlak voor transport worden ingezet. De hennen hebben dan onvoldoende tijd om te herstellen en zich voor te bereiden op de stressvolle legpiek. Een goede afstemming van het entschema met de dierenarts en/of hennenleverancier is hierin raadzaam.
Voor een goede opstart naar de legpiek is het erg belangrijk regelmatig de conditie van de hen te scoren: check het verenkleed op pikkerij, weeg de hennen en doe sectie op de darmen, lever en kropinhoud. Het laten verrichten van sectie is een goede manier om te bepalen of het nutriëntenaanbod aansluit op de nutriëntenbehoefte van de leghen.
Een standaard voerprogramma op basis van leeftijd blijkt dus niet meer van deze tijd te zijn. Om de maximale potentie uit de leghen te halen, dient het voer te worden afgestemd op de ontwikkeling, voeropname en legprestaties van de hen. ForFarmers speelt hierop in met het VitaFlex voerprogramma, waarin 3 verschillende elementen belangrijk zijn:
1. Genetische kenmerken leghen
2. Productiedoelen
3. Bedrijfsspecifieke situatie
Met VitaFlex wordt dus rekening gehouden met de behoefte van de leghen, de stalsituatie en de wensen van de pluimveehouder. Onze adviseurs en technisch specialisten ondersteunen je graag bij het opstellen van een voerprogramma op maat. Dit gaat verder dan alleen de voersoort en voertijden; ook verlichting, uitloopluiken, nesten en watermanagement worden hierin meegenomen.
In onderstaand figuur is een dergelijk voorbeeldschema weergegeven:
Alleen met de juiste randvoorwaarden komt de legpotentie van de hen daadwerkelijk tot uiting. Een goede overgang van opfok naar leg is hiervoor de basis. Dit betekent automatisch een goede en vooral tijdige communicatie tussen opfokorganisatie en pluimveehouder. Daarnaast is een goede samenwerking met erfbetreders op het legbedrijf, zoals de dierenarts, hennen- en voerleverancier, cruciaal. Het is hierbij belangrijk om vooraf met de specialisten de verwachtingen en wensen goed in beeld te brengen. Daarna zijn zowel het monitoren als tijdig bijsturen van de hennen in aanloop van de legpiek de allerbelangrijkste randvoorwaarden voor topresultaten in de legstal!