Julia Geurts is geitenspecialist bij ForFarmers en weet alles van een goede start van de pasgeboren geitenlammeren. Met de antwoorden op deze vier vragen kun je je alvast goed voorbereiden op de komende lammerperiode.
Julia Geurts:
“Een goede biestkwaliteit is het belangrijkste om de lammeren een goede start te geven. Bij de geboorte heeft het lam geen eigen afweer. Door biest te geven, krijgt ze immuniteit van de moedergeit mee en zal ze zo goed mogelijk opstarten.
Deze immuniteit neemt in de loop van de weken af. Vanaf de geboorte begint het lam ook met het opbouwen van een eigen immuunsysteem. Dit wordt steeds meer, naarmate het lam ouder wordt.
Tussen de afbouw van de maternale immuniteit en de opbouw van de actieve immuniteit zit een hoog-risicoperiode (weerstandsdip). In deze periode zijn allebei de immuniteiten niet op het optimale niveau en loopt het lam meer risico op problemen. Hoe beter de biestkwaliteit is, des te korter deze risicoperiode, ofwel weerstandsdip, duurt.”
“Het is belangrijk om de kwaliteit van de geitenbiest (of koeienbiest) te meten met een brix-meter. Hierdoor weet je zeker dat je de beste kwaliteit biest aan de lammeren geeft. Biest met een brix-waarde boven de 22 is van goede kwaliteit. Mocht de brix-waarde lager zijn dan 22, dan kun je deze biest samen met kunstbiest verstrekken. Hiervoor hanteren we een schema, zodat je de biest tot de juiste kwaliteit kunt opwaarderen.”
“Naast het gebruik van moederbiest of koeienbiest, is volledig kunstbiest ook een optie. Dit adviseren we als de ziektestatus op het bedrijf het niet toelaat om moederbiest te verstrekken. Er zijn verschillende soorten kunstbiest, met verschillende ervaringen qua kwaliteit en opname. Dit heeft met name te maken met de smaak van de kunstbiest.
Wil je zeker weten dat de kunstbiest goed genoeg is en goed genoeg wordt opgenomen, dan kan de dierenarts de IgG-waarden (antistoffen) in het bloed van de lammeren meten.”
Lees hier meer over de producten van ForFarmers voor geitenlammeren.
“Het is van groot belang dat het stalklimaat bij de lammeren optimaal is. Bij een slecht klimaat krijgen ze longproblemen, groeien ze minder hard en nemen ze minder melk op. Samen met de ondernemer bekijk ik het klimaat en meet verschillende dingen na, zoals bijvoorbeeld ammoniak, CO2-gehalte, temperatuur en luchtvochtigheid.”
“Denk aan de afstelling van de drinkautomaat, de inzet van vast voer (brok) en water en het opstellen van een speenprotocol. Ik bespreek ze puntsgewijs:
Heb je nog vragen of wil je meer informatie? Neem contact met ons op.