Slepende melkziekte komt vooral voor bij ooien die ruim in conditie zijn, of een meerlingdracht hebben. Bij de vetafbraak komen vetzuren vrij die verbrand worden in de lever. Maar als de lever teveel krijgt aangeboden, wordt een deel van de vetzuren omgezet in giftige stoffen. Hierdoor ontstaat slepende melkziekte. De ooi zondert zich af, is slap/traag, vreeten herkauwt niet meer, gaat liggen, trilt en loopt niet meer. De enige redding voor de ooi is de opname van energie, bijvoorbeeld propyleenglycol en smakelijk en licht verteerbaar eten, zoals krachtvoer of smakelijk hooi. Geef ze ook lauw water te drinken.
Slepende melkziekte wordt vaak verward met melkziekte. Maar bij melkziekte is er sprake van een calciumtekort. Je ziet dan dat de ooi achterblijft, traag en schrikachtig is en stijf loopt en trilt. De lammeren in de baarmoeder vragen veel calcium voor de aanleg van het skelet en de ontwikkeling van de uier. Bij melkziekte helpt het toedienen van calcium. Zorg voor voldoende vitamine D en voer goed hooi bij. Vitamine D en calcium hebben een goede wisselwerking.