Het vanggewas moet de stikstof binden, die na de maïsteelt achterblijft in de grond. Hiermee wordt voorkomen dat in de winter de stikstof uitspoelt naar het grondwater. Anderzijds zorgt deze werkwijze voor een welkome stikstofaanvulling bij krapper wordende bemestingsnormen. Door de natte omstandigheden op het land, blijft het advies om, zodra het land bewerkbaar is, het vanggewas zo snel mogelijk onder te werken waarmee maximaal geprofiteerd kan worden van de stikstofnalevering.
Een tijdig gezaaid en goed geteeld vanggewas na snijmaïs kan 35 tot 50 kilo N per hectare vastleggen. Onderzoek wijst uit dat het vanggewas het beste ondergewerkt kan worden tussen 1 februari en half maart, mits de bodem goed berijdbaar is. Het vrijkomen van stikstof van ondergewerkt vanggewas duurt zo’n 3 maanden. Gewasresten zullen in de bodem omgezet moeten worden in opneembare nutriënten, het proces dat we mineralisatie noemen.
De resultaten, weergegeven in onderstaande figuur, komen van een vanggewassenproef op zandgrond uitgevoerd door Wageningen UR. Hierbij is gekeken naar het effect van 3 verschillende inwerktijdstippen in relatie tot het beschikbaar komen van stikstof voor de hoofdteelt mais. De gele lijn geeft de gemiddelde stikstofopname van mais gedurende het groeiseizoen weer. Er is te zien dat het tijdig inwerken van een vanggewas resulteert in hogere minerale stikstofgehaltes in juni, zodat de mais er optimaal van profiteert.
Een vanggewas vernietigen met glyfosaat is makkelijk en effectief. Onderzoek leert dat dat mechanisch bewerken minstens zo effectief is en zorgt ervoor dat de stikstof uit het vanggewas ook eerder vrijkomt. Daarnaast is het gebruik van Glyfosaat niet altijd toegestaan:
Neem contact op met je melkveespecialist, accountmanager, de regionale dealer of de Klantenservice Herkauwers. Zij helpen je graag verder!