Vrijwel iedere pluimveehouder heeft ermee te maken: parasitaire maagdarmwormen. De schade aan de hennen kan groot zijn, daarom is het belangrijk de wormdruk te beheersen. En dat begint met een regelmatige meting van de actuele wormdruk.
Wormdruk staat voor de hoeveelheid wormen die op een bepaald moment aanwezig is in de koppel. Dit gaat over zowel volwassen wormen als ook wormeieren. Uit meerdere Europese studies en een enquête gehouden door Reudink blijken met name vier soorten wormen in onderstaande verhoudingen voor te komen.
Wanneer het een besmetting met grote en kleine spoelwormen betreft, hoeft u van een lage tot middelhoge wormdruk in principe niets te merken aan de koppel. Problemen zullen waarschijnlijk pas optreden zodra de wormdruk verder stijgt, of als een andere stressor opspeelt, zoals bijv. een E.Coli infectie of een luchtwegaandoening door een verandering in het stalklimaat. Wel brengt een besmetting met de kleine spoelworm een mogelijk risico via dragerschap van histomonas, dat blackhead veroorzaakt met uitval tot gevolg. Dit alles maakt beheersing van de wormdruk van belang, waardoor ontworming een veelgebruikte maatregel is.
Bij een erg hoge infectiedruk van de grote spoelworm kan een verstopping van de darm worden veroorzaakt. Ook nemen wormen nutriënten op die eigenlijk voor de hen bedoeld zijn. Bij een hoge wormdruk kan het zijn dat hennen compenseren met een hogere voeropname, of juist minder nutriënten beschikbaar hebben voor de eiproductie. Dit laatste kan zich laten zien door een lager productieniveau, een afname in eigewicht, of uit zich via andere ei-factoren. Haarwormen kunnen leiden tot een beschadiging van de darmen of andere organen doordat ze zich nestelen in de darmwand, met mogelijk uitval tot gevolg. Bij infectie met haarwormen is er dan ook een grote noodzaak om de koppel te gaan ontwormen.
Om wormdruk te beheersen, is het verstandig eerst de actuele wormdruk op uw bedrijf te bepalen. Dit kan op twee manieren; door het inspecteren van het maagdarmstelsel van enkele hennen per stal of middels het nemen van mestmonsters. Het nadeel van een maagdarm-inspectie is dat een redelijk aantal dieren moet worden opgeofferd om een representatief stalbeeld te geven van de wormdruk. Daarom adviseren wij om eerst mestmonsters te nemen. Het aantal wormeieren per gram mest wordt uitgedrukt in een getal, de EPG-waarde. De EPG-waarde van spoelwormen wordt apart weergegeven van die van haarwormen. De interpretatie van de EPG-waarde is afhankelijk van het type worm, de bedrijfsgeschiedenis en eigenschappen van de koppel. Overleg met uw dierenarts het plan van aanpak ten aanzien van beheersing, aan de hand van de beschikbare informatie. Globaal gezien: wanneer de EPG-waardes snel oplopen is het verstandig om vaker mestmonsters te nemen of in overleg met de pluimveedierenarts te overwegen om te ontwormen. Bij aangetoonde aanwezigheid van haarwormen is het verstandig om direct actie te ondernemen.
Dit afwegend, maakt dat een regelmatige EPG-bepaling een goede methode is om de ontwikkeling van de wormdruk inzichtelijk te krijgen. Daarom adviseren wij om tot 30 weken leeftijd iedere twee weken mestmonsters te nemen, zijn de hennen ouder dan 30 weken dan volstaat een cyclus van vier weken. Uit meerdere interviews met pluimveedierenartsen van diverse praktijken is gebleken dat een correcte mestmonstername erg belangrijk is voor een goede weergave van de wormdruk.
Heb je nog vragen of wil je meer informatie? Neem contact met ons op.