Reportage: Robotmelken combineren met weidegang én zomerstalvoeren

Kennis
Melkvee

“Zodra het gras het toe laat gaan onze koeien twee keer per dag naar buiten”, vertelt Jeroen Groeneveld. Samen met zijn vrouw Angelique en zoon Wessel runt hij Melkveehouderij Groeneveld met 150 koeien in het Overijsselse Lattrop-Breklenkamp. Het bedrijf melkt met drie robots en weet robotmelken succesvol te combineren met weidegang én zomerstalvoeren. Dat zie je niet vaak en vraagt om een goed plan.

Wessel Groeneveld

Jeroen werkt volgens een vaste routine. Alle koeien gaan tegelijkertijd naar buiten. Voordat de melkkoeien toegang krijgen tot de weide verzamelt hij de ophaalkoeien in de wachtruimte voor de robot. Na een paar uur grazen, worden de koeien weer naar binnen gehaald. ’s Middags is de graskwaliteit het best en wordt er een bak vers grasgemaaid. “Je moet wel rekening houden met het weer. Als het gaat regenen maai ik eerder omdat de droge stof opname omlaag gaat als het gras te nat is”, vertelt Jeroen. Wanneer de koeien begin van de avond weer een paar uur buiten lopen, rijdt Jeroen in de stal het rantsoen voor: een combinatie van het vers gemaaide gras en maiskuil. Jeroen: “Je moet het wel een beetje tactisch aanpakken, want als de koeien in de gaten krijgen dat je aan het voeren bent, willen ze te vroeg naar binnen.”

"Maximaal eiwit uit gras"

Het zomerstalvoeren is iets wat het bedrijf al meer dan 40 jaar doet. “Vroeger zat het bedrijf op een andere locatie en hadden we een slechte verkaveling”, vertelt Jeroen: “Daarom zijn we ermee begonnen.” Daarnaast past het heel goed bij de ambities van het bedrijf om het eiwit uit het gras maximaal te benutten. “Als je voor een combinatie van weidegang en vers gras voeren kiest, moet je niet voor het maximale aantal liters gaan”, vertelt Jeroen: “Maar echt kijken naar het resultaat onder aan de streep. Wij sturen heel bewust op hoge gehalten en niet op liters. Zo benutten we de fosfaatrechten zo goed mogelijk.” Momenteel heeft het bedrijf een rollend jaargemiddelde van 9000 liter met 4,85% vet en 3,70% eiwit.

Melkveehouderij Groeneveld

"Het moet goed passen"

Het combineren van robotmelken met weidegang en zomerstalvoeren moet bij je persoonlijkheid en bij de doelstellingen van het bedrijf passen. “Ook moet je de robotkengetallen tijdens het weideseizoen een beetje los kunnen laten”, vertelt Jeroen: “Want het aantal melkingen loopt wat terug van 2,8 naar 2,4. Al gaan de liters per melking wel omhoog.” Zowel het vers gras voeren als het toepassen van weidegang zorgt voor meer ophaalkoeien en er moet dagelijks vers gras worden gemaaid en opgehaald. Daarnaast is het belangrijk dat de mechanisatie goed op orde is en er altijd een trekker met frontmaaier en wagen klaar staat. “Het zorgt dus alles bij elkaar wel voor wat extra arbeid”, concludeert Jeroen: “Maar dat resulteert bij ons ook in een hoger uurloon, zeker bij de huidige eiwitprijzen.”

"Rust, regelmaat en vrije tijd op de robot"

“Als je robotmelken, weidegang en vers gras voeren succesvol wilt combineren zijn er twee zaken heel belangrijk”, vertelt robotspecialist Paul Schutte: “Zorg voor voldoende vrije tijd op de robot. De koeien moeten in een kortere periode gemolken kunnen worden. Daarnaast is het heel belangrijk dat je een duidelijk systeem kiest en er vervolgens het hele weideseizoen volgens deze manier gewerkt wordt. Koeien houden van rust en regelmaat, dat hebben ze bij Melkveebedrijf Groeneveld goed in de vingers.”

Paul Schutte

"Van Nieuw Nederlands weiden naar stripgrazen"

Het bedrijf weidt volgens het Nieuw Nederland weidensysteem, waarbij koeien iedere dag een nieuw perceel krijgen. Voor aankomend weideseizoen overweegt Jeroen een ander systeem: stripgrazen, waarbij de koeien twee keer per dag een vers stuk gras aangeboden krijgen. “Op deze manier hoop ik de grasopname nog meer te stimuleren en wat langer gras aan te kunnen bieden”, legt Jeroen uit: “Dat zorgt voor meer structuur in het rantsoen wat resulteert in een hogere vetproductie.”

Familie Groeneveld