Terug naar de basis voor een hoge vet- en eiwitproductie

Na een lange periode van stijgende melkproductie behaalde Frank van Mensvoort in 2020 een topniveau van 12.000 kg per koe. Dit ging uiteindelijk echter gepaard met een sterke daling van vooral het vetgehalte en daarmee verlies van melkgeldinkomsten. Afgelopen voorjaar maakte hij de overstap naar ForFarmers, met als doel om de vet- en eiwitproductie te herstellen en vervolgens verder te laten stijgen. Inmiddels behaalt hij 4,49 vet en 3,49 eiwit en bespaart hij maandelijks € 2500 op krachtvoerkosten.

Nieuws
Melkvee
Frank Rob - ForFarmers Nederland

Frank van Mensvoort heeft in het Brabantse Boxtel een melkveebedrijf met 140 melkkoeien die worden gemolken met 3 robots. De afgelopen jaren lag de focus op een zo hoog mogelijke melkproductie per koe. Frank werkte hiervoor samen met een onafhankelijk voeradviseur.
In 2020 behaalde hij een voorlopige piek in de productie. Maar op de weg daar naartoe werd het steeds moeilijker om de vet- en eiwitgehaltes vast te houden. “Aanvankelijk kwam het vetgehalte nog mee bij de stijging van het aantal liters, maar al snel lukte dat niet meer”, vertelt Frank. Uiteindelijk liepen de gehaltes terug naar 3,9 % vet en 3,45 % eiwit, waardoor ook de melkgeldinkomsten substantieel daalden.

Aanvoerderlogo

Het roer om

Frank: “Met ‘dunne’ melk kun je niet genoeg verdienen. Het was duidelijk dat het roer om moest.” De Brabantse melkveehouder nodigde drie voerleveranciers uit om hun visie te geven. Op grond van het verhaal van melkveespecialist Rob Jacobs besloot hij in zee te gaan met ForFarmers en ForFarmers dealer Agri Focus. “Rob had echt een eigen verhaal. Hij kon me duidelijk maken dat voortbouwen op het bestaande rantsoen met inzet van een ander brokje niet zou gaan werken en dat opnieuw bekijken van de totale voeraanpak nodig was. Dat sprak me het meest aan want dat gevoel had ik zelf ook.”

De veehouder wil stap voor stap naar een productie 35 kilo melk per koe per dag met 4.30 vet en 3.50 eiwit, waarbij de vet- en eiwitproductie uitkomt op gemiddeld 2,7 kilo per koe per dag.
Maar de eerste stap was de juiste basis creëren om de productie weer te laten stijgen.

Voerefficiëntie sterk verbeterd

Toen Frank en Rob begonnen met hun samenwerking, lag het gemiddelde krachtvoerverbruik op 11, 8 kilo per koe per en was de benutting van het ruwvoer erg laag. Dat resulteerde in een lage voerefficiency van 1,2. Rob: “De mest zag er niet goed uit. De koeien hadden waarschijnlijk veel last van pensverzuring. We moesten in de eerste plaats gaan werken aan een betere balans in de pens om het herkauwen te verbeteren en de ‘koe weer koe’ te laten worden. We hebben daarom rantsoenaanpassingen doorgevoerd om de ruwvoerbenutting te verbeteren. Een betere benutting van ruwvoer betekent meer ruwe celstof in de pens en van daaruit kun je aan de slag om doelen te behalen.”

Stapsgewijs werden de verbeteringen zichtbaar. Frank: “De koeien begonnen beter ruwvoer op te nemen en de gehaltes stegen terwijl we minder krachtvoer gingen gebruiken.”
In cijfers uitgedrukt, zijn na een half jaar samenwerken de volgende resultaten geboekt:

  • Het vetgehalte is gestegen naar 4,49 , het eiwitgehalte naar 3,49
  • Door een veel betere ruwvoerbenutting is de voerefficiëntie gestegen van 1,2 naar bijna 1,5 en zijn de krachtvoerkosten gedaald met zo’n € 2500,- per maand.
  • Uitgedrukt in meetmelk, ligt de melkproductie inmiddels op ruim 11.600 kg

‘Doelen bereiken met gezonde koeien’

Frank is zeer te spreken over wat tot nu toe is bereikt en over de samenwerking met zijn ‘nieuwe’ melkveespecialist. “In korte tijd zijn we op het goede spoor gekomen en de resultaten zijn ernaar. Door de verbeterde gezondheid van de koeien, kunnen we ook kijken hoe we volgende stappen kunnen zetten in productie.”
Bij Rob valt op dat Frank niet bang is voor verandering, goed observeert en zelf vaak de juiste conclusie trekt. “Ik hoef hier niet met de schudbox te komen als het voer mengen niet goed gaat en de koeien selecteren. Frank signaleert dat zelf snel en kijkt ook goed naar de mest. Dat zorgt ervoor dat je tijdig kunt ingrijpen en dat werkt prettig.”