Oornecrose, ook wel oorrandnecrose genoemd, is een veelvoorkomend probleem bij gespeende biggen. Met name in het najaar is de kans op oorrandnecrose groter en kan dit leiden tot aanzienlijke economische schade. Natuurlijk is het op tijd signaleren en het nemen van maatregelen van groot belang. Nog belangrijker is het voorkomen van oornecrose. Hoe doe je dit?
In dit artikel behandelen we de volgende onderwerpen:
Vaak is er niet één oorzaak aan te wijzen maar spelen diverse management- en voedingsfactoren een rol. Oornecrose is ook een fysiologisch probleem dat ontstaat bij een slechte doorbloeding van de oorpuntjes waardoor het weefsel afsterft. Hierdoor gaan biggen in hetzelfde hok aan de oorpunten kauwen waardoor de huid van de oren nog meer beschadigd raakt. Dit leidt tot onbehagen en agressie.
De oorzaak van oornecrose is helaas nog niet erg duidelijk. Er zijn verschillende factoren die mogelijk een rol spelen:
Voor het verminderen of voorkomen van het probleem zullen de mogelijke risicofactoren ingeperkt moeten worden of zelfs weggenomen. Hieronder een aantal tips:
Voeraanpassingen doorvoeren zonder een blik op de algemene managementmaatregelen zorgt hoogstwaarschijnlijk voor een minimale verbetering. Zorg er daarom voor dat je een kritische blik werpt op het management. Ons VIDA 6-stappenplan helpt hierbij:
Een goede biestopname is belangrijk voor de overlevingskansen van biggen. Biest bevat hoge concentraties antistoffen die de eerste 24 uur na de geboorte de darmwand kunnen passeren en in de bloedbaan terechtkomen, wat zorgt voor energie en passief verkregen immuniteit.
Diverse structuren van voer activeren de enzymproductie in de darmen. Het is belangrijk om zuigende biggen meerdere keren per dag vast voer (VIDA Muesli, VIDA Prestarter of VIDA Primeur) te geven. Dit helpt bij de ontwikkeling van de darmfunctie en verhoogt de voeropname.
Zorg voor een schone, ontsmette, droge en warme omgeving voor de biggen. Vers drinkwater, hetzelfde voer en dezelfde voerbak als voor het spenen zijn essentieel. Het is belangrijk om de biggen snel na het spenen te laten eten om darmschade te voorkomen. Daarnaast moet de hoeveelheid stress tot een minimum worden beperkt.
De wateropname moet 10% van het lichaamsgewicht van de biggen zijn. Zorg voor voldoende goed bereikbare drinkplaatsen, een juiste afstelling van de wateropbrengst per minuut, spoel de waterleiding door voordat de biggen worden opgelegd en controleer de waterkwaliteit minimaal twee keer per jaar.
Het klimaat in de stal moet dag en nacht optimaal zijn. Laat het klimaat minimaal één keer per jaar controleren door een klimaatspecialist. Het inzetten van een slimme meter is zeker te overwegen. De data worden gedurende 24 uur geregistreerd en vastgelegd, waardoor er nog nauwkeuriger kan worden gestuurd op optimale klimaatinstellingen.
Alle biggen moeten zo snel mogelijk gaan eten. Daarnaast is een geleidelijke voeropname cruciaal voor een goede darmontwikkeling. Voorkom een dip in de voeropname door gedurende de eerste dagen na het spenen de biggen meerdere keren per dag te activeren. Het inzetten van het juiste voer op het juiste moment is cruciaal, afhankelijk van de speenleeftijd, genetica en andere omstandigheden.
Het VIDA voerassortiment is speciaal ontwikkeld om te kunnen sturen op een gezonde darmgezondheid. Hierdoor kan de voervorm indirect bijdragen aan het verlagen van het risico op oornecrose. Het aanbieden van voer in de juist vorm en samenstelling, zoals VIDA Fluxx of VIDA Optima, kan helpen bij het voorkomen van dit probleem. Onze nutritionisten stellen het voer nauwkeurig samen en letten bijvoorbeeld op de hoeveelheid ruw celstof, het eiwitgehalte en de juiste mineralenvoorziening.
Met het biggenvoer VIDA Fluxx bieden we een gelijkmatige en rustige voeropname waardoor de vertering in de maag en darm beter loopt. De resultaten in de praktijk zijn ronduit goed te noemen. Door de gelijkmatige en rustige voeropname ontstaat er een homogene massa in de maag. Het gevolg is dat de pH in de maag daalt, waardoor de vertering in de maag en darm beter verloopt. Bij de biggen is dit goed te zien: zij hebben een mooie kleur, een goed haarkleed en goede gevuldheid. In de praktijk zien we dat dit biggenvoer hierdoor goed kan bijdragen aan het voorkomen van oorrandnecrose.
Neem de tijd om agressieve dieren te signaleren en haal deze uit de groep. Daarnaast is afleidingsmateriaal al verplicht, maar er kan gedacht worden aan extra stro, mais, splintervrij hout, kranten, etc.
In het geval van virale oorzaken kan vaccineren verbetering geven. Overleg dit met de dierenarts.
Het voorkomen van oornecrose bij biggen begint met een kritische blik op de managementmaatregelen aan de hand van het VIDA 6-stappenplan. Door aandacht te besteden aan biestvoorziening, voeropname, drinkwaterkwaliteit, klimaat en de juiste voervorm, voersamenstelling en toepassing, kunnen we het risico van oorrandnecrose en daarmee de economische schade tot een minimum beperken. Voorkomen is immers beter dan genezen.
Heb je nog vragen of wil je meer informatie? Neem contact met ons op.