Wanneer het een besmetting met grote en kleine spoelwormen betreft, hoef je van een lage tot middelhoge wormdruk in principe niets te merken aan het koppel. Problemen zullen waarschijnlijk pas optreden zodra de wormdruk verder stijgt, of als een andere stressor opspeelt, zoals bijv. een E.Coli infectie of een luchtwegaandoening. Wel brengt een besmetting met de kleine spoelworm een mogelijk risico via dragerschap van histomonas, dat blackhead veroorzaakt met uitval tot gevolg. Dit alles maakt beheersing van de wormdruk van belang, waardoor ontworming een veelgebruikte maatregel is.
Bij een erg hoge infectiedruk van de grote spoelworm kan een verstopping van de darm worden veroorzaakt. Ook nemen wormen nutriënten op die eigenlijk voor de hen bedoeld zijn. Bij een hoge wormdruk kan het zijn dat hennen dit gaan compenseren met een hogere voeropname, of juist minder nutriënten beschikbaar hebben voor de eiproductie. Dit laatste kan zich laten zien door een lager productieniveau, een afname in eigewicht, of het uit zich via andere ei-factoren.
De haarworm is lastiger, want deze is niet met het blote oog te zien; alleen onder de microscoop. Haarwormen kunnen leiden tot een beschadiging van de darmen of andere organen, doordat ze zich nestelen in de darmwand, met mogelijk uitval tot gevolg. Bij infectie met haarwormen is er dan ook een grote noodzaak het koppel te ontwormen. Let hierbij wel op de levenscyclus, want die van haarwormen is korter (ca. 4 weken) dan van een spoelworm (ca. 6 weken).