Jörgens ging niet over een nacht ijs. Hij verdiepte zich in de sector, schakelde externe adviseurs in, bezocht vermeerderaars en kreeg zo inzicht in bedrijfsresultaten en leveranciers. Met een neef die bij de bank werkte en een zwager die jurist was, sloeg hij aan het rekenen. Uit de informatie die ze verzameld hadden, kwam CTA als een betrouwbare en solide partner naar voren. “CTA was in die tijd in het Emsland de vleeskuikenhouderij flink aan het promoten en daaruit ontstond de vraag naar vermeerderaars”, legt Josef uit. “Ik wilde geen vleeskuikens. Dat is namelijk kapitaalintensief en er kwamen steeds meer vleeskuikenhouders bij. Ik wilde juist iets gaan doen wat er nog niet was.”
Via de Landwirtschaftskammer (de Duitse DLV) werd het eerste contact in 1997 gelegd met Hans Klein Wolterink, Specialist Vleeskuikenouderdieren en Opfok bij CTA. “Hans kwam met een voorstel tot samenwerking met een toekomstplan én een voerwinstgarantie: als het voer of de kippen heel duur waren, was de opbrengst altijd nog hoger dan de kosten. Hierin was het marktrisico voor vijf rondes afgedekt. Uiteraard ligt het productierisico altijd bij de pluimveehouder, maar door deze constructie hoefden wij het financiële risico niet alleen te dragen. We hadden het gevoel in goede handen te zijn en dat gaf voor ons de doorslag.”