Een optimaal rantsoen krijg je in de visie van ForFarmers bij 36 tot 38 procent drogestof voor ingekuilde mais in combinatie met een optimale hoeveelheid zetmeel. Wat zetmeel betreft ga je het liefst voor een maximaal rijpe korrel, maar dat kan soms leiden tot een te hoog totaal aan droge stof. Daarom is het zaak om zowel stengel en blad als de kolf te beoordelen op drogestof en vervolgens te bekijken hoe je uitkomt met drogestof. Bepaal het juiste oogstmoment in 3 stappen.
Het drogestofgehalte van de kolf is te schatten met behulp van de melklijn in de korrel. De melklijn is de scheiding tussen het vaste zetmeel en het melkgedeelte. De melklijn kan het beste beoordeeld worden aan een korrel uit het midden van de kolf. Voor een maximale benutting van het zetmeel moet je wachten tot de 'blacklayer'(kurklaagje) begint te verkleuren. Dit is een teken dat de pit maximaal gevuld is met zetmeel.
Aan de hand van de vastgestelde drogestofpercentatges voor stengel en blad en voor de kolf kan met behulp van onderstaande tabel het drogestofgehalte van de totale plant worden afgelezen. En daarmee of het juiste oogstmoment in zicht komt!
D
We zien momenteel verschillende categorieën maispercelen. Houd uw percelen nauwlettend in de gaten voor het bepalen van het juiste oogstmoment.
Builenbrand en stengelrot steken ook dit jaar weer de kop op in maispercelen in heel Nederland. Wat betekent dit voor de kwaliteit en opbrengst en wat kun je doen om aangetaste mais zo goed mogelijk in de kuil te krijgen en te conserveren?
Vind uw dealer
Neem nu contact op
Aanmelden