Een snelle en gezonde groei van het kalf in de eerste levensweken en –maanden zorgt voor een betere ontwikkeling van de vruchtbaarheidsorganen en het uierweefsel, dat de latere melkproductie mede bepaalt. Achterstand in ontwikkeling kan later niet meer worden ingehaald. Daarnaast is een goed ontwikkeld kalf zwaarder bij het spenen, wat een mogelijke groeidip voorkomt. Een gezonde en snelle groei in de eerste levensmaanden, resulteert in een kalf dat op jongere leeftijd voldoende ontwikkeld is, waarbij de vruchtbaarheidscyclus eerder opstart en dus eerder geïnsemineerd kan worden. Zodoende is een lagere afkalfleeftijd vaars (ALVA) mogelijk en kan er op langere termijn minder jongvee worden aangehouden voor het behalen van dezelfde melkproductie op bedrijfsniveau.