Waar ben je naar op zoek?

Stem stikstofbemesting grasland af op hoge bodemvoorraad

Seizoensnieuws Seizoensnieuws7-8-2019

De grasgroei is op veel plaatsen stil komen te staan, waardoor er geen stikstof meer wordt opgenomen. Hierdoor kan er nog veel stikstof in de bodem aanwezig zijn. Als er weer (meer) regen gaat vallen en het gras weer begint te groeien, is het raadzaam om eerst de balans op te maken: wat is er bemest en wat is er onttrokken? Hou hier rekening mee bij een vervolgbemesting.

Door het verschil in maaimoment laten de kuiluitslagen van de eerste en tweede snede gras forse variaties zien in de opbrengsten en kwaliteit. Dit jaar is de eerste snede in grofweg drie etappes gemaaid. Een deel rond eind april, een ander deel de eerste week van mei en de laatste etappe rond half mei. Dit betekent ook dat de stikstofonttrekking in veel gevallen uit de pas loopt in vergelijking tot de stikstofgift.

Hierna kregen we te maken met de droogte. De grasgroei is op veel plaatsen stil komen te staan, waardoor er geen stikstof meer op wordt genomen. Neerslag is nodig om de groei weer op gang te krijgen en te zorgen dat de aanwezige stikstof (N) in de bodem wordt opgenomen. 

Afbeelding: Kunstmest-trekker

Bereken eenvoudig het stikstofoverschot

Belangrijk is de vraag óf u stikstof (N) gaat toedienen, en zo ja: hoeveel? De drogestofopbrengsten van de eerste en tweede snede variëren sterk. Hierdoor is er op veel plekken niet bemest naar onttrekking, wat kan resulteren in een hoge N-bodemvoorraad. Tevens is er door de droogte weinig stikstof opgenomen en heeft er geen uitspoeling plaats gevonden. Het is dus raadzaam om de balans op te maken. Dit is eenvoudig te doen door te kijken wat er is bemest en hoeveel er is geoogst.

Een rekenvoorbeeld: 

ScenarioDs-opbrengst snede 1+2RE-gehalteN-onttrekking
Lichte eerste snede2.500 + 3.000 kg ds/ha 180 gr/kg ds158 kg N/ha
Geplande opbrengst3.500 + 3.000 kg ds/ha175 gr/kg ds182 kg N/ha
Verschil26 kg N/ha

Voorkom kuilen met een hoog gehalte ruw eiwit

Op sommige plekken is er voor de derde snede een bemesting uitgevoerd. Deze mest is echter vanwege de droogte nog niet door de plant opgenomen. Er zal dus nog een groot deel later in het seizoen beschikbaar komen. Om te voorkomen dat er veel N uitspoelt en er silages met een hoog ruwe eiwit gehalte (RE) worden geoogst, is het raadzaam om nog eens kritisch te kijken naar het bemestingsplan.

Wat dat betreft zijn er goede lessen te trekken uit afgelopen jaar. In 2018 is, meteen nadat de eerste regen viel na een periode van extreme droogte, op veel plaatsen stikstof gestrooid. Hierdoor zijn er in het najaar veel sneden geoogst met hoge ruw eiwit gehaltes. In 2018 lag het RE-gehalte bij 45% van de najaarskuilen boven de 200 g/kg drogestof. In 2017 lag het RE-gehalte van meer dan 80% van de kuilen onder de 190 g/kg drogestof. Dit was het beeld op basis van 5.000 kuilanalyses. 

Afbeelding: RE in najaarskuilen 2017 en 2018
Verdeling najaarskuilen 2017 en 2018 (sept, okt, nov). Aantal kuilen per RE gehalte, 150 tot >200 gr RE/ kg droge stof, Op basis van 5000 kuilanalyses.

Conclusie: maak de balans op!

Het is dus raadzaam om een balans op te maken tussen de N-gift en N-onttrekking. Was de bemesting van de eerste sneden in overeenstemming met het geoogste gewas? Is er een lichtere snede gemaaid dan waarvoor is bemest? Dan is de eerder gegeven N nog niet volledig benut. Is er een zwaardere snede gemaaid dan gepland? Bemest de volgende snede naar onttrekking, uiteraard binnen de wettelijke bemestingsnormen. Is er voor de derde snede al een bemesting uitgevoerd en is hierna geen of een matig gewas geoogst? Hou er dan rekening mee dat deze N voor een groot deel nog aanwezig is in de bodem!