Vaarzen & robotmelken: leermomenten rondom het afkalven

Sector Nieuws11-5-2017

Het leven van een vaars verandert drastisch rondom afkalven. Ze heeft net voor de eerste keer gekalfd, wordt gescheiden van haar kalf en gaat voor het eerst naar de melkrobot. Verder krijgt ze vaak ook te maken met een andere huisvesting: ze komt in een nieuwe groep waarin rangorde een grote rol speelt. Kortom: veel verandering, waarbij u veel kunt doen om de vaars zo snel en goed mogelijk te laten wennen. Bijvoorbeeld de volgende, vaak eenvoudige maar zeer doeltreffende, aandachtspunten. 

Vaarzen & robotmelken: leermomenten vóór het afkalven

• Scheer het uier en zorg voor een korte staartpluim.
• Zorg voor schone uiers en spenen, door onder andere een schone en droge afkalfomgeving.
• Voorkom zuchtvorming door middel van een optimaal droogstandsrantsoen met een goede mineralenvoorziening en eiwitdekking op behoefte. Stem dit indien nodig af met uw melkveespecialist.
• Laat de vaars voor het afkalven vast wennen aan een krachtvoerstation. Ze is dan gewend om tussen de hekken (in een kleine ruimte) te vreten en het krachtvoer te krijgen in een box / voerbak. In de praktijk blijkt dat dit het 'wenproces' flink verkort.
• Overweeg het 'stagelopen' van een vaars in de groep melkkoeien. Kiest u hiervoor, let er dan op dat de vaars voldoende mineralen en eiwitten binnenkrijgt, zeker wanneer er een supplementvoer via de robot of krachtvoerbox verstrekt wordt. Bespreek met uw melkvee- of AMS-specialist of het rantsoen bijgsteld moet worden indien u de koeien laat stagelopen. Het voordeel van stagelopen voor afkalven is vermindering van stress na de geboorte, omdat huisvesting en rangorde dan niet meer verandert.

Vaarzen & robotmelken: leermomenten ná het afkalven

Rust, reinheid en regelmaat zijn ook hier de basisbeginselen. Voor een gemakkelijke en vlotte start van de melkproductie is het belangrijk om hier de tijd voor te nemen en te zorgen voor een stressvrije situatie. Dat kan door de volgende punten in acht te nemen.

• Zet de vaars zo snel mogelijk in de melkrobot. Ze ondergaat deze melking vaak heel goed, omdat ze nog ‘suf’ is van haar kalving.
• Maak het inzetten van de vaars in de melkrobot zo gemakkelijk mogelijk met hekken waarmee je een fuik kunt maken.
• Ga niet jagen achter de vaars. 
• Probeer zoveel mogelijk te lokken en ga niet duwen.
• Laat weten dat je er bent, bijvoorbeeld door haar te aaien.
• Sluit de robot minder makkelijk aan, doe dit dan handmatig. De vaars moet een ‘goed gevoel' overhouden van haar eerste melkingen, dit is positiever voor haar loopgedrag later.
• Zorg ervoor dat de vaars niet teveel heen en weer kan bewegen in de melkrobot.
• De vaars moet een voertegoed hebben van 1,5 – 2 kg op het moment van inmelken.
• Check van tevoren of de voerbak en laser/camera goed schoon zijn, om oponthoud tijdens de melking te voorkomen.
• Neem de vaars de eerste dagen twee keer per dag mee in de normale ophaalronde. Probeer haar hierna uit te dagen en geef haar de ruimte om zichzelf te melden.
• Wanneer ze tussendoor niet vanzelf komt, sla haar dan na enkele dagen bij de ophaalronde in de ochtend over en kijk of ze later zelf is geweest. Veel vaarzen zullen je dan verrassen doordat je de normale routine doorbreekt.

(Bron: naast ForFarmers: Delaval & Lely)