Waar ben je naar op zoek?

Mindere kwaliteit mais, toch goede prestaties

Sector Nieuws Sector Nieuws19-4-2019

Met de juiste maatregelen is het ook bij mindere kwaliteit mais in de kuil mogelijk om de groeiprestaties van rosékalveren op peil te houden. De vleesveespecialisten van ForFarmers zien dit keer op keer terug tijdens bedrijfsbezoeken.

Door de droge zomer was de kwaliteit van de mais van 2018 in grote delen van het land matig. Veel mais had minder en slecht ontwikkelde kolven waardoor de zetmeelopbrengst al gauw 100 gram per kilo droge stof lager ligt dan normaal. Daarnaast zijn de plantdelen vaak minder goed verteerbaar en minder smakelijk.
Hoe hou je in zo’n situatie de groeiprestaties van de rosékalveren toch op peil? Volgens Dick Kampert, vleesveespecialist bij ForFarmers, is het de kunst om de kwaliteit van de beschikbare mais zo goed mogelijk in te schatten. Hij leidt veel af aan wat hij ziet in de stal. “Hoe is de voeropname? Is het haarkleed van de dieren glad en glanzend? Wat zie je aan de vertering in de mest? Dat zijn belangrijke indicatoren voor een kloppend rantsoen, naast de bevleesdheid en groei die je terug ziet in de slachtresultaten.”

Afbeelding: Kalverhouderij Bennenbroek

Minder mais in het rantsoen

Als de kwaliteit van de mais het probleem is, reken dan minder mais in het rantsoen, luidt het advies van Kampert en zijn collega-vleesveespecialisten bij ForFarmers. Het gebrek aan energie moet uiteraard worden gecompenseerd met bijvoorbeeld maismeel en tarwe.  Onder meer met deze maatregelen boeken kalverhouders ondanks een matig maisjaar goede resultaten. Kampert: “Veel van onze klanten houden hun prestaties op peil en weten het in sommige gevallen zelf nog iets beter te doen dan vorig jaar.”

Een belangrijk voordeel vindt hij dat ForFarmers met een team van acht vleesveepecialisten in het hele land actief is.  “We delen kennis en waarnemingen en sparren met elkaar over wat we zien bij klanten, ook als het gaat om een belangrijke factor als de kwaliteit van de mais. De komende tijd krijgen we te maken met sneller verteerbare kuilen. Ook daar besteden we als team veel aandacht aan, want dit maakt dat we rantsoenen doorlopend moeten optimaliseren.”

Rianne Bennenbroek: ‘Het rantsoen moet goed zijn’

Kalverhouderij Maatschap Bennenbroek in Deurne voert normaal gesproken zoveel mogelijk eigen mais, maar heeft naar aanleiding van de kwaliteit van de huidige maiskuil de verhoudingen in het rantsoen aangepast. Rianne Bennenbroek: “Wij willen niet terugvallen in aflevergewicht in een jaar dat de mais wat minder is. Het rantsoen moet gewoon goed zijn en daarom hebben we het dit jaar aangepast”. Voor Bennenbroek betekent dit onder andere meer maismeel en tarwe voeren. Dat deze aanpassing goed werkt, is te zien aan de doorgaande stijgende lijn in aflevergewichten. Het laatste koppel werd tot tevredenheid van de Brabantse kalverhouders afgeleverd met een gemiddeld gewicht van 183 kilo. “Wij houden vast aan inzetten op de kilo’s, daarmee zijn we onderaan de streep altijd beter af”, aldus Rianne Bennenbroek.

Ook interessant