Tip 1: Zorg voor een overgangsrantsoen. Pensbacterïen hebben tien dagen nodig om aan een andere rantsoen te wennen.
Tip 2: Scan de ooi op dracht. Zo kun je de voeding beter op de ooi afstemmen.
Tip 3: Scheer de ooien bij binnenkomst, scoor ze en zet ooien met een vergelijkbare conditiescore bij elkaar.
Tip 4: Probeer stress in de laatste weken van de dracht te voorkomen. Verplaatsen en voerovergangen zijn stress-momenten. Handvat is één stess-moment per week.
Tip 5: Een ooi drinkt veel water na het aflammeren. Geef lauw drinkwater, want als de ooi koud water binnenkrijgt, kunnen de pensbacterïen afsterven.
Tip 6: Ontsmet de navel gelijk nadat het lam geboren is.
Tip 7: Geef het lam binnen 12 uur een hoeveelheid biest die gelijk is aan 5% van het lichaamsgewicht.
Tip 8: Kalibreer de lammerendrinkautomaat voordat de schapen aflammeren. Herhaal dit iedere 14 dagen gedurende deperiode dat de automaat aanstaat.
Tip 9: Geef de lammeren als ze twee weken oud zijn krachtvoer, water en goed hooi erbij. Zo kan de pens van het lam goed ontwikkelen.