In de zomermaanden kunnen varkens te maken krijgen met hittestress. Dit zet de prestaties onder druk. Zo bestaat de kans dat zeugen minder voer opnemen waardoor de melkproductie, conditie en vruchtbaarheid teruglopen. Klimaatspecialist Jan van den Brink en zeugenspecialist Herjan Klein Leetink geven je praktische zomertips om hittestress en de negatieve gevolgen te beperken.
Het is slim om je bedrijf voor te bereiden op warme perioden en tijdig maatregelen te treffen.
In dit artikel behandelen we de volgende onderwerpen:
Wil je weten op welke punten je de klimaatregulering op jouw bedrijf nog kunt verbeteren? Of wat de opties zijn voor koeling? Vraag dan vrijblijvend een klimaatcheck met advies aan bij ForFarmers.
Vrijblijvend klimaatcheck aanvragen
Hittestress bij varkens treedt op als de omgevingstemperatuur bóven de thermoneutrale zone van het varken uitkomt en het dier zijn lichaamswarmte niet (goed) kwijt kan. De productie van het dier (melkproductie, groei) daalt dan enorm. De thermoneutrale zone van een varken is begrensd door de onderste en bovenste kritische temperatuur en hangt af van diverse factoren:
Bij een omgevingstemperatuur bóven de bovenste kritische temperatuur ervaren varkens hittestress en passen ze hun gedrag aan om meer lichaamswarmte te verliezen: ze gaan hijgen, op de roostervloer of de koelere plekken in het hok liggen, contact met soortgenoten vermijden en zichzelf bevochtigen (met modder, mest of urine) om warmte via de natte huid kwijt te raken. Varkens kunnen nauwelijks zweten. Ook eten varkens minder om de warmteproductie (door energieopname via het voer) te verminderen.
Lacterende zeugen voelen zich het meest comfortabel bij een temperatuur onder de 20°C. Dat is echter in de kraamstal vaak niet haalbaar. Bij temperaturen van 23°C en hoger zie je de voeropname van de kraamzeugen dalen. Voor zogende biggen ligt de bovenste kritische temperatuur op 33°C. Biggen van 25 kg ervaren hittestress als de temperatuur boven de 25°C uitkomt.
Jan van den Brink is klimaatspecialist bij ForFarmers FarmConsult en heeft al menig varkensbedrijf van solide en effectieve klimaatadviezen voorzien. Hij heeft een aantal concrete adviezen voor de zomermaanden. “Hittestress treedt al vrij snel op bij zeugen in de kraamstal. Bij temperaturen boven de 20°C voelen zij zich al minder comfortabel en vanaf 23°C daalt de voeropname met een afnemende melkgift als gevolg. Neem daarom bij de kraamzeugen de onderstaande klimaatmaatregelen.”
De capaciteit van de ventilator in de kraamstal moet zeker 250 kuub per zeug zijn, dan krijg je de warmte vlotter uit de afdeling. Maak de ventilatoren en de luchtinlaat schoon en controleer de alarminstallatie.
Met frisse lucht bij de kop gaat de gevoelstemperatuur van de zeug naar beneden. Dan kan ze beter water verdampen in de longen en blijft ze beter vreten.
Maak de luchtinlaat bij voorkeur aan de noordzijde van het bedrijf of haal de lucht vanaf de schaduwzijde van de stal naar binnen. Creëer schaduw bij de inlaat met bomen en struiken. Nog beter: investeer in een koelsysteem voor inkomende lucht.
Het is belangrijk dat de vloerverwarming van het biggennest aan de onderkant geïsoleerd is. Anders stroomt de warmte via de put alsnog naar de zeug.
Met een korte bandbreedte reageert de ventilator sneller bij een oplopende staltemperatuur. Het is ideaal om dit te automatiseren met een bandbreedte die buitentemperatuur-afhankelijk is: een korte bandbreedte bij hoge buitentemperatuur, een langere bandbreedte als het weer afkoelt. Als de warmte ’s middags snel oploopt in de stal, dan versnelt de ventilator direct, maak je meer luchtsnelheid en is de gevoelstemperatuur voor de varkens lager. Als de buitentemperatuur ’s nachts afkoelt neemt de bandbreedte weer toe en reageert de ventilator met langzamer draaien. Ideaal, want het is dan vaak nog erg warm in de afdeling en op deze manier voorkom je tocht.
Staat de zon op de ramen van de kraamstal? Plaats dan zonwering aan de buitenkant van het raam, zodat de zon niet op het glas schijnt. Fijnmazig windbreekgaas (1-1,5 mm) werkt ook prima. Houd 10 cm ruimte tussen de zonwering en het glas. Het glas wit kalken helpt ook iets, maar het glas wordt dan wel warm. Let op: De huidige lichtstraten hebben vaak HR++ glas. Dit glas laat wel warmte naar binnen, maar niet naar buiten. Dat is in de zomer nadelig.
Breng minimaal 8 cm PUR aan onder het dak voor een goede isolatie. Een andere optie is om zonnepanelen op het dak te plaatsen. Dat levert in de eerste plaats zonne-energie op, maar zorgt ook voor een koeler dak.
Als de relatieve luchtvochtigheid stijgt, gaat de gevoelstemperatuur omhoog. Warm weer met een hoge relatieve luchtvochtigheid is funest. Varkens kunnen hun warmte dan niet kwijt via verdamping in de longen.
Zorg voor een behaaglijk microklimaat bij de jonge biggen, zodat ze nooit in de tocht liggen. Dat kan door een klep als ‘onderkruip’ te monteren op het voor- en zijfront van de kraambox. Kies voor een klep met een rand naar beneden, zodat de warmte eronder blijft. Let goed op een naadloze aansluiting van de klep op de boxwanden, anders stroomt inkomende (koude) lucht rechtstreeks het biggennest in. Kijk kritisch naar het gebruik van de biggenwarmtelampen, zodat het in de zomer ook niet te warm wordt in het biggennest.
Naast klimaatmaatregelen is het ook verstandig om in voer- en managementaanpassingen te doen om hittestress bij lacterende zeugen te beperken. Herjan Klein Leetink, zeugenspecialist, geeft advies en uitleg. “Uit diverse proeven blijkt dat hitte nauwelijks effect heeft op de voeropname van zogende of gespeende biggen, maar des te meer op de voeropname van lacterende zeugen. Dat wil je te allen tijde voorkomen of in ieder geval zo veel mogelijk beperken”, stelt hij. “Want een zeug die als gevolg van hitte minder vreet, zal ook minder melk geven. En dat merk je wél aan het speengewicht van de biggen en de groei van deze lichtere biggen na spenen.”
Herjan: “Dekking van nutriëntbehoefte is kilogrammen voeropname x inhoud. Door te kiezen voor een voer met hogere concentratie aan nutriënten en energie, kan de zeug bij een lagere voeropname haar nutriëntbehoefte toch dekken. Ook voeders met een lagere interne warmteproductie zijn gunstiger tijdens de zomerperiode. Bijvoorbeeld NOVA Lacto Cool. Typerend voor dit voer is dat het een relatief hoge energiewaarde heeft. De samenstelling is zo aangepast dat het een positief effect heeft op de voeropname tijdens warme periodes en dat de overgang van dracht- naar lactovoeders soepel blijft verlopen. Bespreek met je specialist of overschakelen op NOVA Lacto Cool op jouw bedrijf een goede optie is. Denk er vervolgens ook aan om een hoger conditieverlies in de kraamstal als gevolg van heet weer aan het begin van de dracht te compenseren”, adviseert de specialist. “Ook voor de biggen geldt dat een geconcentreerder voer in de zomer goed kan werken om te compenseren voor een eventueel lagere voeropname.”
“Water is altijd, maar zeker in de zomer het belangrijkste nutriënt”, stelt de specialist. “Een zeug heeft water nodig voor warmteafvoer door verdamping in de longen. Zorg daarom dat er voldoende water uit de nippel komt: in de kraamstal 2,5 liter/min tijdens het voeren, 0,8 liter/min voor de dragende zeugen en 0,6 liter/min bij gespeende biggen. Geef eventueel handmatig water bij, zeker in de drie dagen vóór en na werpen. Op brijbedrijven kun je meer vocht in de zeugen en biggen krijgen door het drogestofpercentage van de brij te verlagen. Je kunt ook vitamine C aan het drinkwater toevoegen, dit draagt bij aan een beter zuurstoftransport. En water aanzuren is positief voor de smakelijkheid.”
“Verhoog stapsgewijs de hoeveelheid vitaminen in het voer, dan nemen de zeugen en biggen extra vitaminen op die hen ondersteunen bij hun weerstand. Dit kan ook handmatig met een vitaminepreparaat”, legt Herjan uit.
Gespeende biggen zullen bij opleg in de biggenafdeling niet zo gauw hittestress ervaren. Maar richting het einde van de opfokperiode speelt dit wel degelijk een rol. Aan welke zomermaatregelen moet je denken? Herjan geeft tips.
Hou bij de biggenopfokstal een ventilatiecapaciteit aan van 25 kuub per big. Maak de ventilatoren en de luchtinlaat schoon en controleer de alarminstallatie.
Herjan: “Net als in de kraamstal willen we voor de biggenafdeling het liefst een bandbreedte die buitentemperatuur-afhankelijk is. Maar stel in de zomer de bandbreedte in ieder geval korter in, zodat deze sneller reageert op een oplopende staltemperatuur.”
Zorg dat de zon niet rechtstreeks op het glas schijnt. Monteer zonwering aan de buitenzijde of kalk de ramen wit. Let ook in de biggenafdeling op een goede dakisolatie.
Bij een relatieve luchtvochtigheid van 70-80% (wat vooral in het najaar vaker voorkomt) neemt de kans op oorbijten of staartbijten in de biggenopfok flink toe. “Warm weer met een hoge relatieve luchtvochtigheid is funest”, weet Herjan. “Varkens kunnen hun warmte dan niet kwijt via verdamping in de longen. Ze irriteren zich dan snel aan hokgenoten en dat resulteert in meer onderlinge agressie. Het zijn net mensen ;-).”
Speen je, als gevolg van een verminderde melkgift bij de zeugen, lichtere biggen dan normaal? Voer het speenvoer dan enkele dagen langer door of kies voor een luxer speenvoer.
Herjan: “Agressiviteit onder de biggen is een uiting van stress. Hittestress kan hier de oorzaak van zijn. Net als mensen is het lontje dan iets korter. Dit uit zich bij biggen soms in oor- of staartbijten. Kies luxere voeders om agressie tegen te gaan en voor meer rust onder de biggen.”
Ondanks alle maatregelen kan het zijn dat de zeugen tijdens warme dagen minder melk geven. “Zorg daarom dat je juist in deze periode extra aandacht hebt voor het bijvoeren van de biggen in het kraamhok”, zegt Herjan. “Voer volgens VORK: Vers, Onbeperkt, Regelmatig en in Kleine porties. Let ook goed op de voerhygiëne: maak zowel de bak van de zeug als de voerkommen van de biggen goed schoon, zodat het voer niet aankoekt en bederft. Een automatisch voersysteem zoals WEDA Nutrix+, Tewe Pigstart of Big Dutchman CulinaFlex kan uitkomst bieden.”
Bespreek eventuele voermaatregelen altijd met je specialist. Hij/zij weet welke zomermaatregelen op jouw bedrijf passend zijn. Specifieke omstandigheden kunnen immers een rol spelen om een advies wel of niet toe te passen.
Tot slot hebben we ook nog een aantal managementtips voor de zomermaanden:
Wie het heel grondig en effectief wil aanpakken kiest voor koeling of conditionering van de varkensstal. Jan van den Brink heeft hier inmiddels veel ervaring mee. “Conditionering is het meest ideaal, dan kun je een stal verwarmen en koelen en de koude en warme pieken van de dag goed afvlakken. Hier hangt echter een flink prijskaartje aan. Een andere optie is koeling. Door de inkomende lucht te koelen met nevel haal je algauw een graad of 6 à 7 van de staltemperatuur af. Dit kan ook bij een bestaande stal toegepast worden.” Lees in dit artikel meer over mogelijke koelsystemen voor de varkensstal.
Wil je checken of de klimaatinstellingen voor de zeugen en biggen op jouw bedrijf optimaal zijn? Of wil je meer weten over de mogelijkheden van koeling? Laat hieronder je gegevens achter, dan nemen wij contact met je op.
In de zomer is het van groot belang om de voeropname op peil te houden.
Dankzij koeling van je varkensstal hou je de resultaten ook in de zomer op peil. Lees hoe je dat aanpakt.
Neem dan contact op met ons VIDA team. Contact opnemen
Aanmelden